Inhoud

Inhoud


Tinder


Een persoonlijke betekenis voor ELLE, 2015.


‘Ga je over mij schrijven?’ vroeg het eerste meisje, nadat ik had onthuld dat ik bij wijze van broodwinning wel eens stukjes in tijdschriften neerpende. ‘Kom ik dan ook in zo’n blad?’ wilde het vierde meisje weten. ‘En ga je het dan wel eerlijk opschrijven als jij je weer eens als een hork gedroeg?’ informeerde de laatste. Stuk voor stuk plaatsten ze daarachter een knalgeel figuurtje met een blije knipoog, zodat ik eventueel nog kon denken dat ze het niet zo ernstig meenden. Stuk voor stuk wist ik dat ze het weldegelijk ernstig meenden. En stuk voor stuk antwoordde deze hork hetzelfde: nee, tikte ik, ik zou niet schrijven over mijn avonturen op Tinder.
Tinder raakte bekend op het moment dat ik me comfortabel in een relatie waande. Goeie genade, wat was ik blij dat ik niet hoefde mee te doen aan die treurige hype, waarbij het naar links of rechts swipen van een foto de plaats had ingenomen van echte romantiek. Meer en meer vrienden en vriendinnen zag ik zonder gêne met hun duim over mobieltjes vegen en steeds luider klonken de verhalen: ‘Heb ik ’s middags een match, dan ligt ik er ’s avonds mee in bed.’ Natúúrlijk was ik nieuwsgierig, het klonk allemaal berespannend, maar uiteindelijk prees ik toch weer alles wat maar te prijzen viel dat ik gewoon ouderwets iemand in het echt had ontmoet en daarom deze leegte lekker aan me voorbij kon laten gaan.
En toen kwam dus dat moment waarop wij plotseling geen match meer bleken te hebben. Donkere wolken, dekens over het hoofd, heel de reutemeteut. Maar hoe traag de tijd ook vloog, koppig tikte hij voorwaarts en nadat er zo nu en dan een piepklein straaltje zonlicht een poging had gewaagd om door de almaar minder donkere wolkenbrij te breken, prijkte er op mijn telefoon plots een icoontje met een vurig brandende rode vlam.
        
Welwillend keurde ik de hoofden. Al gauw ontdekte ik massa’s meisjes op snowboards, meisjes met exotische dieren, meisjes op festivals waar gesmeten werd met gekleurde verf, meisjes omringd door zwarte kindertjes, meisjes met zo’n gigantische vriendengroep dat het in plaats van een datingapp meer weg had van een potje Waar is Wally? En steevast werden de identieke fotoreeksen afgesloten met exact hetzelfde beeld: meisjes die een blij vakantiehoofd trokken met op de achtergrond het holocaustmonument. Elk normaal mens zou de handdoek dan al lang in de ring hebben gegooid, maar uitgerekend toen trof ik een meisje met een spottende lach. Alsof ik betrapt was keek ze me aan. ‘Wat doe jij nou hier?’ leek haar foto te vragen, met die krullende lippen en één opgetrokken wenkbrauw. ‘Jij hoort hier niet. Net als ik. Weet je wáár wij horen? In een kroeg. Wat doe je vanavond?’ Mijn vingers namen het besluit en veegden haar foto subiet naar rechts. Grote groene letters verschenen over haar gezicht:
LIKE.
Een shotje dopamine deed een jubeldansje in mijn hersenkwabben. Dit was gaaf! Blijkbaar hoefde ik iemand alleen maar de goede kant op te swipen, of ik had voor mijn gevoel al half verkering. Het donderde niet dat het meisje in kwestie waarschijnlijk geen idee had van mijn bestaan of – erger nog – mij precies de andere kant op had geveegd. Haar goedkeuring deed niet ter zake, de zalige mogelijkheid was genoeg. En wat een mazzel dat het was me gelukt was om uitgerekend die ene eruit te pikken die écht bijzonder was. Kijk maar: de volgende meisjes die ik voorbij zag komen waren weer allemaal even suf. Opnieuw die snowboards, exotische dieren, verffestivals, zwarte kindertjes en warempel, toch weer een leukerd! LIKE! En na nog een hoop onopvallend grut weer een LIKE.
En nog een LIKE.
Weer een LIKE.
LIKE.
LIKE.
LIKE.
 
Wat mij op dat moment niet te binnenschoot, was dit: ooit deed ik voor een artikel enkele dagen onderzoek op de Amsterdamse Wallen. Eindeloze rijen mannen zag ik daar langs de ramen struinen, binnen kijken, oogcontact zoeken en dan weer doorlopen. Dacht ik in mijn naïviteit altijd dat het deze kerels te doen was om de seksuele handelingen die binnen plaatsvonden, na lange gesprekken met betrokkenen bleek de grootste verslaving juist de kick van de keuze te zijn. Jij niet, jij ook niet, jij al helemaal niet, jij wel. Die macht lijkt belangrijker dan de match. En net als zij wist ook ik amper raad met het moment dat onvermijdelijk zou komen: CONGRATULATIONS. YOU’VE GOT A MATCH!
        
         Hey daar!
         Wie ben jij dan weer?
         Woon je ook in Utrecht?
         Wat doe je vanavond?
        
Ik deed niets vanavond. En al deed ik iets vanavond, ik zette alles opzij. In gedachte deed ik een high five met mezelf dat het maar een paar zinnen heen en weer kostte om een uitnodiging voor een date te bemachtigen. Ik had alleen maar een grapje hoeven maken, zij schreef hahahaha en we noemden al een tijdstip en een locatie en zij liet weten dat ik haar kon herkennen aan haar zoekende blik.
Inderdaad: onder de warmtelampen stond ze. Vragende ogen van mij, een glimlach van haar. Tien lange meters haar kant op, die ik zelfverzekerd overbrugde. Drie kussen. ‘Drankje dan maar?’ Eenmaal binnen moesten we onze hoofden dicht bij elkaar steken om verstaanbaar te zijn. ‘Zit jij al lang op Tinder?’ brulde ik vriendelijk in haar oor. ‘Een paar dagen!’ gilde zij. We namen een slok van onze gin-tonics. ‘Stomme app, hè?’ ‘Héél stom.’ ‘Zo wanhopig ook.’ ‘En het draait maar om één ding.’ Zo bevestigden wij elkaar kortom dat wij volledig boven die hippe fenomeen stonden en dat wij Tinder uiteraard alleen maar ironisch gebruikten. Het bleek genoeg reden om na sluitingstijd zomaar samen voor haar huis te staan, net buiten het schijnsel van de straatlantaarn.
‘Misschien moeten we maar niet meteen met elkaar naar bed,’ zeiden we nog even voor de vorm.
‘Tinder werkt dus echt!’ hapte ik naar adem, toen ik daags daarna koffie dronk met een goede vriend en hem vertelde over die nachtelijke date. En over de volgende, met een heel ander meisje. Het zou natuurlijk nooit iets serieus worden, wist ik, maar nu was ik toevallig aan het chatten met iemand die écht heel erg leuk was... ‘En word je er blij van?’ onderbrak hij me, terwijl hij me strak in mijn ogen bleef kijken. ‘Of ik er blij van word?’ Een krankzinnige vraag vond ik dat. Natuurlijk werd ik er blij van. Dit was hét bewijs dat ik over mijn vorige relatie heen was. Ik stond weer midden in het leven en dat leven was een feestje, zei ik, terwijl ik wees op alle nieuwe ‘CONGRATULATIONS’ die op mijn schermpje prijkten. Trots liet ik hem het overzicht zien van mijn matches. Zeven meisjes, die allemaal een vage overeenkomst hadden. Mijn smaak, hield ik mezelf voor. De vriend vatte het nét wat anders samen: ‘Dat zijn zeven versies van jouw ex.’
          
         Hey!
         Al een beetje bijgekomen?
         Enne... zie ik je nog eens?
         :-)
         Hé, wat ben je stil...
         Is er iets?
         ...
         HALLO?
 
De weken die volgden negeerde ik alle vonkjes op mijn telefoon. Ik walgde van de leegheid van het medium en de lafheid waarmee ik niets meer van me liet horen. Alsof er nooit iets was gebeurd, alsof ik niet bestond. Heel soms loerde ik nog naar de gezichten die ik slechts één avond in het echt had gezien en ik weigerde aan mezelf toe te geven dat een plotseling opgeheven match toch echt net zo voelde als wanneer ik in Frankrijk achter in de auto zat en mijn vader reed iets te snel een berg af.
        
Langzaam maar zeker werd echter zelfs het celibaat een sleur en zo kwam het dat ik mijzelf op een avond alsnog terugvond, hangend op de bank, terwijl mijn duim weer driftig aan het swipen was. De app was niet verkeerd, besloot ik, het lag aan mijn strategie. Voortaan concentreerde ik me op de achtergrond van de foto’s. Ook al stond haar hoofd me nog zo aan, een duurzame relatie was onwaarschijnlijk wanneer achter haar een nazi-vlag wapperde, zo redeneerde ik. Het tegendeel leek me ook waar: was het decor een vrolijk koffiebarretje, een theater of een verzameling hunebedden, dan hadden we op z’n minst iets om over te spreken.
En zo belandde ik minder in bed en meer in lange gesprekken. Sommige meisjes vielen al af na enkele berichtjes heen en weer, anderen hielden het wekenlang vol. Enkele filters verder wisselden nummers uit, stapten we over op Whatsapp, stuurden elkaar foto’s van waar we nu weer uithingen. En toen zou ik haar eindelijk zien. Expres niet ’s avonds, dat zou weer een drinkgelag worden met alle gevolgen van dien. Wij spraken af voor een beschaafd kopje koffie.

Natuurlijk bleek degene die het café binnenkwam de fijnste die er bestond. Natuurlijk werd de koffie langzaam maar zeker wijn, ontaardde de wijn in een etentje, werden de vroege uurtjes laat en de late uurtjes vroeg. En natuurlijk werd netjes thuis slapen uiteindelijk toch niet netjes thuis slapen. Maar de verrassing was wel dat we elkaar nog eens zagen en nog eens. Bovendien merkte ik dat ik alle eerdere beloftes terzijde wilde swipen. ‘Ga je over mij schrijven?’ echoden mijn vorige matches. Nee, dacht ik, niet over jou. En ook niet over jou. En zelfs niet over jou. Maar déze amourette en hoe het zover was gekomen, daarover wilde mijn jubelhart niets liever dan alles keihard van de daken schrijven. Het was glashelder: wij waren geen typisch Tinderstel, dit was iets unieks.
Dachten we.
Want helaas, de buitenwereld wist wel beter: ‘Hoe kennen jullie elkaar?’ vroeg iemand op een feestje. Bereid om de wereld bij elkaar te liegen keek ik haar aan. Mijn date kopte hem in: ‘Tja, vertellen we de waarheid of zullen we iets verzinnen?’
‘Aha,’ reageerde de vragensteller. ‘Ik begrijp het al: via Tinder.’
 
 
 
 
 
 

Terug naar Artikelen
‘Zit jij al lang op Tinder?’ brulde ik vriendelijk in haar oor.Goeie genade, wat was ik blij dat ik niet mee hoefde doen aan deze treurige hype.Een blij vakantiehoofd met op de achtergrond het holocaust­monument
p. 526