Inhoud

Inhoud


Lucky Fonz III


Interview met Lucky Fonz III voor ELLE, 2009.



Wat bij andere mensen ‘stipt’ zou heten, voelt bij singer-songwriter Lucky Fonz III toch meer als ‘op het nippertje’. Weliswaar netjes op tijd, maar stuiterend van energie bereikt hij de afgesproken plek en nog voor we ons goed en wel hebben geïnstalleerd, is hij al halverwege zijn eerste sterke verhaal: ‘Weet je wat mij is overkomen?’ klinkt het. ‘Ik zit in een café, drink een kop koffie, stappen er plotseling twee fotomodellen binnen. Récht op mij af. Wat denk je dat ze zeggen?’
Nou...?
‘Wij doen een sessie voor de herfstcollectie van Ann Demeulemeester, maar onze man is niet komen opdagen. Zou jij nu misschien met ons op de foto willen?’ Hij laat een tevreden stilte vallen, slaakt nog net geen zucht. ‘Dat is toch een tienerdroom?’
 
Of het de tienerdroom is van íedere vent laten we even in het midden, maar dat het de droom is van Otto Wichers (1981) is wel duidelijk. En ook is meteen duidelijk waarom de artiestennaam van deze muzikant begint met Lucky. Sinds een paar jaar kan hij leven van wat hij het liefste doet: met zijn vaak aangrijpende, soms hilarische folkliedjes volle zalen plat spelen. Een jaar lang was hij vaste gast bij De Wereld Draait Door, hij speelde op de grootste Nederlandse muziek- en theaterfestivals en sloeg zijn vleugels uit in Amerika en Zuid-Afrika. Inmiddels is hij toe aan zijn vierde album, dat voor het eerst gevuld is met uitsluitend Nederlandstalige teksten. Met daarop natuurlijk zijn single Ik heb een meisje én een ‘pseudo-erotisch’ duet met Janne Schra (Schradinova).
Pardon? Serge Gainsbourg en Jane Birkin op z’n Hollands?
‘Ja, daar had ik zin in. Ik had besloten alles wat vreemd aan mij is te vieren en toen kreeg ik het idee voor dit duet: Zoals je met me vrijt, zo wild, zo vrij, zo raar, zelfs de buurman steekt een peukje op als we klaar zijn met elkaar...’ Hij schiet in de lach: ‘Oh god, zo lijkt het net alsof ik een heel idioot album heb gemaakt!’
En dat is niet zo?
‘Mijn eigen rariteiten vormden de leidraad voor dit album, maar daardoor is het een heel emotionele plaat geworden. Tegenover al het frivole staat wel iets duisters. Het is de invloed van de traditionele Schotse folk: ballades met een muzikale simpelheid, maar emotionele rijkdom. Ik hou van muziek die de luisteraar niet als een debiel behandelt, liedjes waarbij niet alles is voorgekauwd en de emotionele reactie niet volledig wordt gestuurd. Het is wat het is, en je mag zelf weten wat je voelt.’
Hoe zijn de reacties nu je ineens verstaanbaar Nederlands zingt?
‘Heftig. Nu pas horen veel mensen dat het lang niet altijd even vrolijk is bij Lucky Fonz.’
Otto Wichers studeerde Engelse literatuur en volgde colleges aan de universiteit van Edinburgh. Daar in het mistige Schotland gebeurde het: ‘Het was mijn intellectuele ontwaking,’ vertelt hij, ‘Ik was hardcore bezig met literatuur en ontdekte de traditionele folk. Toen viel het kwartje. Ik wist altijd wel dat ik muzikaal was, maar ik vond geen vorm waarin ik mezelf kwijt kon. Omringd door die folkcultuur voelde ik ineens: hier ben ik goed in en ik vind het nog leuk ook! Ik heb het roer omgegooid en alles opgegeven, want in deze wereld is het alles of niets. Je hoort wel eens van mensen dat ze in de muziek zijn gerold, maar ik heb er op dat moment voor gekózen. Dat was de beste beslissing van mijn leven.’
Hoe zorg je dan dat zo’n keuze ook nog eens succesvol wordt?
‘Door toewijding. Al mijn muzikale helden hebben zich onderscheiden door toewijding en ik wist: als ik dat zelf niet doe, dan wordt het nooit wat. Ik had het gevoel dat ik iets bijzonders te bieden had, dus als ik me nou gewoon méér zou toewijden dan anderen, dan hoefde ik me niet af te vragen of ik wel voldoende talent had. En weet je: vanaf het moment dat ik het zelf serieus ging nemen, deden anderen dat ook.’
Twijfel je aan je talent?
‘Ik geloof niet zo in talent. Wel in liefde voor muziek en grote discipline. Ik wacht nooit op inspiratie. Ik heb een zakelijke relatie met mijn muze. Ik ga zitten en beveel haar: nu moet je komen.’
En luistert ze dan?
‘Ja, maar ze is eigenwijs. Soms heb ik een plan en stuurt ze me een totaal andere kant op. Ze heeft een paar favoriete thema’s: ik verbaas me erover hoe vaak ik moet zingen over de mogelijkheid tot transformatie, over het vormgeven van je eigen identiteit.’
Ik hoor je zingen over de tijd toen je een vrouw was, of vader van de dochter die je niet hebt, soms ben je zelfs een vuurtoren of een waterdruppel. Wat zou dat in godsnaam te betekenen hebben?
‘Ik waak voor zelfpsychologie, dan zou ik echt doordraaien. Het is gelukkig niet aan mij om uit te leggen waar het over gaat. Sterker nog: ik geloof niet dat een lied per se over mij gaat.’
Niet?
‘Als mensen bij mijn liedjes denken: dat gaat over hem, dan is er iets misgegaan. Mensen die mijn muziek horen, moeten nadenken over zichzelf, niet over mij. Wat dat betreft lijk ik op de middeleeuwse troubadour, die van dorp naar dorp trok om het nieuws te vertellen. Het ging daarbij ook niet om hemzelf, maar om de vertelling. De boodschap telt, niet de boodschapper.’
Maar vervolgens staat die boodschapper wel in de schijnwerpers bij De Wereld Draait Door.
‘Ik moet mijn boodschap natuurlijk wel beschikbaar maken.’
Wat heeft dat opgeleverd?
‘Een paar fans en een hoop mensen die denken dat ik een idioot ben. Haha! Maar het is natuurlijk niet mijn probleem als mensen mij niet trekken, zelf hebben zij daar meer last van. Weet je, hoe bekender je wordt, hoe meer kritiek je krijgt. Ik zie dat maar als een teken dat ik op de goede weg ben.’
Maar is het dan geen doodzonde om de underground te verlaten voor zo’n programma?
‘Ik heb lak aan de wetten van de underground, net zo goed als ik weiger om mee te doen met de mainstream. Dat is meer dan een muzikaal statement: ik wil laten zien dat je dingen kunt doen op je eigen manier. Het is toch ook niet gezond om alles te doen volgens één stramien? Ik vind verwarring zo leuk, dat ik het graag zaai. Hé, dat is een goede quote. Schrijf op: ik vind verwarring leuk, ik zaai het graag.’
Zoals je ook doet tijdens je optredens.
‘Klopt. Mijn muziek is heilig, maar ik heb schijt aan de manier waarop een muzikant zich zou moeten gedragen. Mijn liedjes speel ik altijd serieus, maar tussendoor gedraag ik me als een malloot. Mijn stage-act is gebaseerd op alles wat ik bij anderen miste. Ik hoorde zo vaak muzikanten serieuze verhalen ophangen, terwijl ik dacht: waarom vertel je geen mop? Ik heb mazzel dat het publiek dat van mij accepteert. Ze zijn opvallend tolerant.’ Hoe zou dat komen?
‘Weet ik niet. Ik hou niemand voor de gek, ik doe mijn best om zo mooi mogelijke liedjes te schrijven en een zo gaaf mogelijke show te geven. Ik maak me er niet zomaar vanaf, ik denk dat mensen die toewijding voelen en waarderen.’
Toch lijkt het me wel een spagaat: enerzijds het houtje-touwtje-imago van de jongen in zijn spijkerhemd, gewapend met gitaar en mondharmonica, en anderzijds die stiekeme hang naar glamour.
‘Dat gaat hand in hand. Ik ben ijdel, ik zie er graag goed uit en ik vind het gaaf dat ik aanbiedingen heb gehad van verschillende ontwerpers...’
Ja?
‘...maar ik wacht nog op Dior Homme of Lanvin.’
Geduld is een schone zaak.
‘Johnny Cash, Elvis en Bob Dylan lieten al zien dat glamour en goede muziek prima samengaan. Ik snap niet waarom veel serieuze artiesten daar zo’n afkeer van hebben. Ik zou liegen als ik zei dat ik er niet van hou. Ik vind het te gek als meisjes mijn handtekening vragen. Meisjes die een beetje blozen als ze met je praten!’
Hèhè, ik vroeg me al af wanneer we het over meisjes gingen hebben.
‘Meisjes en vrouwen zijn leuke fans. Zij luisteren gewoon naar je liedjes en beginnen daarna tenminste niet te ouwehoeren over het merk van je gitaar.’
En uiteindelijk zijn zij dé reden waarom jij muziek maakt...?
‘Nou, ik merk vooral dat ik van dingen hou die vrouwen toevallig ook leuk vinden. Ik hou niet van macho-esthetiek en ben geen mega mannelijke gozer. Overigens ook weer geen metroman, mocht je dat soms denken. Dat is uitgevonden door reclamemakers die zalfjes aan kerels willen verkopen, daar trap ik dus mooi niet in. Maar ik lees wel al heel mijn leven vrouwenbladen en ik sta telkens weer versteld van wat ze schrijven over mannen.’ Wat is de grootste misvatting?
‘Dat wij het zo belangrijk zouden vinden dat vrouwen zich conformeren naar een schoonheidsideaal. Dat is helemaal niet zo! Ik ben net als alle andere mannen allang blij als een meisje met me práát. Ik vind vrouwen per definitie mooi, dat meen ik echt. Het mannenbrein is volgens mij niet eens in staat om een vrouw níet mooi te vinden... Toch?’
(De interviewer schudt wild zijn hoofd.)
‘Vrouwen zouden moeten snappen dat we naar ze snakken!’
Ja!
‘Weet je, op mijn veertiende fietste ik het heuveltje bij mijn huis op en had ineens een helder moment: het enige waar ik de hele dag aan dacht waren muziek en meisjes. Nu ben ik achtentwintig en als ik dat heuveltje opfiets, besef ik: er is he-le-maal niets veranderd.’
 
 
 

Terug naar Interviews
"Vanaf het moment dat ik het zelf serieus ging nemen, deden anderen dat ook""Schrijf op: ik vind verwarring leuk, ik zaai het graag.""Ik ben net als alle andere mannen allang blij als een meisje met me práát."
p. 348